Het is heerlijk weer, zoals wel vaker de laatste tijd. Lekker warm, volop zon. Ik besluit om mijn hangmat in de tuin op te hangen en er lekker in te relaxen. Daar kan ik echt van genieten.
Normaal gesproken lig ik er zo in, maar dit keer gaat het anders. Zonder er echt bij na te denken ga ik op mijn hangmat zitten, zwaai mijn benen omhoog en … ik lig op de grond aan de andere kant van de hangmat. Dit is me nog nooit overkomen. Na de eerste verbazing schiet ik in een enorme lachbui dat ik daar zomaar ineens op de grond lig.
Door het lachen komt er lichtheid. Ik sta op en ga dan zonder problemen in de hangmat liggen. Ik kan ontspannen.
Ik lach om mezelf. Natuurlijk had ik mezelf ook boos kunnen toespreken, zoals: “Wat ben je toch een sukkel, je kan niet eens normaal in die hangmat gaan zitten, let toch eens op.” Dat is een patroon wat ik van vroeger herken. Zeker toen ik heel veel stress had, was dat een valkuil voor mij. Want wanneer je gestrest bent, kan je weinig hebben. Zodra er iets misgaat, kan je jezelf enorm uit gaan foeteren. En schiet je daar iets mee op? Nee helemaal niet. Je wordt eerder nog bozer en komt meer in de negatieve energie. Door om jezelf te lachen verandert de energie. De energie wordt lichter.
Ik lach wat meer om mezelf en neem mezelf niet al te serieus.
Dan voelt het leven een heel stuk lichter.
Herken jij dat, dat je boos wordt op jezelf wanneer iets niet goed gaat of kan je dan ook om jezelf lachen?